De cassatieprocedure

HOE DE PROCEDURE IN CASSATIE VERLOOPT

Instellen van cassatie
Cassatie tegen een uitspraak van een gerechtshof moet worden ingesteld door een verklaring af te leggen op de griffie van het gerechtshof dat de uitspraak heeft gedaan. In strafzaken mag de verdachte zelf beroep in cassatie instellen, maar het is altijd verstandig om dat door een advocaat te laten doen. De hoofdregel is dat dit binnen 14 dagen na de uitspraak moet worden ingesteld. Als u twijfelt over de termijn, kunt u hierover ook altijd advies vragen aan een advocaat. Als u bijvoorbeeld niet op de hoogte was van de zitting of de uitspraak, kunt u misschien nog cassatie instellen.

Verzending van de aanzegging
Nadat de Hoge Raad het dossier heeft ontvangen van de lagere rechter, ontvangt de verdachte een brief waarin staat dat hij of zij een advocaat nodig heeft om een zogenoemde schriftuur in te dienen. Deze brief wordt de aanzegging genoemd. De verdachte kan dus niet zelf procederen bij de Hoge Raad.

Indiening van de schriftuur
De cassatieadvocaat heeft dan normaal gesproken 60 dagen de tijd om een cassatieschriftuur in te dienen (let op: soms gelden andere termijnen). In de schriftuur staan middelen van cassatie, dat zijn de klachten die de advocaat heeft gevonden tegen de uitspraken van de lagere rechter. Deze klachten kunnen alleen gaan over rechtsvragen en de procedureregels. De klachten kunnen dus niet gaan over de vaststelling van de feiten door de lagere rechter.  Er kunnen ook geen nieuwe feiten worden aangevoerd in cassatie.

Een klacht dat de verdachte onschuldig is, omdat hij het feit niet heeft gepleegd is bijvoorbeeld niet een klacht waar de Hoge Raad over oordeelt. Een klacht dat de lagere rechter ten onrechte niet heeft gereageerd op een verzoek van de verdachte is wel een klacht waar de Hoge Raad wat mee kan.

De cassatieadvocaat
De cassatieprocedure in strafzaken is zeer ingewikkeld en alhoewel alle in Nederland ingeschreven advocaten mogen procederen bij de Hoge Raad is het aan te raden om een cassatiespecialist te zoeken. Zo heeft de Hoge Raad al meermalen een schriftuur niet in behandeling genomen, omdat deze niet aan de eisen voldeed. Daardoor verliest de verdachte dus de cassatieprocedure, omdat zijn of haar advocaat de schriftuur niet heeft ingediend zoals dat hoort.

Conclusie procureur-generaal
Na indiening van de schriftuur is het de beurt aan de procureur-generaal. Dat is een onafhankelijke adviseur van de Hoge Raad (geen lid van het openbaar ministerie). De procureur-generaal schrijft, mede aan de hand van de schriftuur, een advies aan de Hoge Raad. Dat advies noemt men de conclusie. Ook als de procureur-generaal andere fouten ziet dan de advocaat, zal hij daarover adviseren. De Hoge Raad is niet gebonden aan het advies. Ook al wordt het advies vaak gevolgd, de Hoge Raad wijkt daar ook met enige regelmaat van af. Dat kan zowel ten voordele als ten nadele van de verdachte zijn. De advocaat mag na ontvangst van de conclusie, indien gewenst, binnen twee weken reageren op de conclusie.

Duur van de procedure
De cassatieprocedure is niet aan termijnen gebonden. Vanwege de vele zaken die de Hoge Raad behandelt duurt de procedure vrij lang. Uitgangspunt is dat de procedure binnen de zogenoemde redelijke termijn plaatsvindt. Als het langer duurt, dan kan de Hoge Raad de straf verminderen. Dat hangt dan af van de totale duur van de procedure. De redelijke termijn bedraagt 16 maanden als de verdachte in voorlopige hechtenis zit of minderjarig is en in andere gevallen 2 jaar vanaf de datum van het instellen van cassatie.

In strafzaken is de gemiddelde doorlooptijd ca. 320 kalenderdagen vanaf de datum waarop het dossier van de lagere rechter is ontvangen tot de datum van het wijzen van het arrest.

Kosten
Afhankelijk van uw inkomen kunt u in aanmerking komen voor een toevoeging van een advocaat door de Raad voor Rechtsbijstand. Dat betekent dat de Staat de kosten voor de advocaat betaalt, vaak moet u wel een eigen bijdrage betalen. Als uw inkomen te hoog is of de cassatiespecialist alleen betalend wenst op te treden, zult u voor de advocaat moeten betalen. Dat kan op basis van een uurtarief of een zaakstarief. In het laatste geval spreekt u met de advocaat een vast bedrag af voor zijn of haar werkzaamheden.

In strafzaken hoeft geen griffierecht te worden betaald.